Naast de kolen die direct voor gebruik geschikt waren ontstond er natuurlijk ook een hoop afval zoals kolengruis, kolenstof en zelfs teerhoudende stoffen (pek). Dit afval werd gebruikt voor het maken van kolen voor de arme man. Er werden netjes kolen van geperst in de vorm van een ei, Een eierkool weegt 50 gram, is 55 mm lang, 42 mm breed en heeft een doorsnede van 34 mm. Ook werd het bezinksel uit het waswater nog gebruik om briketten van te maken. Deze hadden een heel hoog vochtgehalte en stonden erom bekend dat ze ook wel een uit zichzelf gingen branden. Het allerlaatste product was de steen die overbleef. Deze werd getransporteerd naar grote steenbergen. Hier was men in het begin wat makkelijk in en dat leverde na de mijnsluiting nog voldoende brandbaar materiaal op. Trouwens, verschillende steenbergen hebben jarenlang inwendig gebrand door optredende broei.
Als ik er aan terug denk dan ruik ik weer dat zwarte stof van de eierkolen die ik altijd in de kolenkit moest scheppen. Ik was jaloers op de mensen die antraciet gebruikten.
Aha, vandaar de rond balletjes.
Dit zijn toch M & M ‘s?
De arme man kocht gewoon water om te verbranden. Mmm, je brengt me wel op een idee.
Scheppen maar:-)
Wij hadden vroeger een heus kolenhok.
Wij hadden vroegah een kolenkachel en de kolenkit stond ernaast. Nooit geweten dat van het gruis eierkolen geperst werden…
Die eierkolen herinner ik me nog heel goed.
Bij ons thuis werden er ook eierkolen gestookt in de kachel. Aan het begin van de winter werd het kolenhok vol gegooid, onderin zat een gat en zo kon de kolenkit volgeschept worden. Mooie herinneringen zo.
Al deze logjes bundelen en je hebt een mooi geschiedenisboekje voor het VVV
Ik meen mij te herinneren dat wij “nootjes” hadden en ik weet zeker dat een van mijn zusjes van schrik in haar broek plaste, toe zij de kolenboer met zijn zwarte gezicht zag.
De nootjes waarover gesproken wordt is een maateenheid van kolen.
Bij mijn ouders thuis werden vroeger antraciet kolen gestookt en dit waren meestal nootjes maat 4. Er is ook nog zoiets als vetkool maar dit is niet geschikt om te stoken in de kachel, vaak werd dit door de smid gebruikt.
Daar stookte wij vroeger thuis ook de kachel mee.
Vandaag niet, het wordt warm genoeg!!
Fijne dag.
Wij hadden vroeger eierkolen voor de kachel, dus waren we arm!
Aha! Dus uit die tijd stamt de uitdrukking “Op hete kolen lopen”!