Nee mijn geheugen laat me nog niet in de steek, al willen sommige van mijn collega’s, me daar af en toe wel aan helpen herinneren. En de voornaam van Alzheimer weet ik ook nog. Waar het over gaat zijn al die dingen die we tegenwoordig niet meer zien. Bekend voorbeeld hier is de grammofoonplaat, dat klinkt nog niet vergeten, want de meesten onder ons kennen hem nog wel, maar je ziet ze al bijna niet meer. Op dit moment zien we nog even een revival van de grammofoonspeler (wij noemden dat vroeger de pick-up). Tegenwoordig keurig voorzien van een USB aansluiting, inclusief software om er mp3’s van te maken. Maar ik denk dat deze ontwikkeling de grammofoonplaat definitief de nek om zal draaien, zodra alles gedigitaliseerd is. En zelfs de CD’s zijn ook al langzaam aan weer aan het verdwijnen. Op fotografisch gebied is er in de loop der jaren, ook al heel wat verdwenen. Veel mensen zeggen nog wel "och ja" als je iets noemt, maar inmiddels zijn hele generaties opgegroeit die het allemaal niet meer kennen.
Denk maar aan de Instamatic-camera, de Polaroid-camera, de pocketcamera, De eigenlijk nog "jonge" APS-film. Het flitslampje, wie kent nog het flitslampje?
Toen de mens zo rond 1825 begon te fotograferen (ja zolang al!). Had men al gauw de behoefte aan meer licht. Het filmmateriaal was niet zo gevoelig. De allereerste foto heeft als ik het me goed herinner een belichtingstijd gehad van 8 uur. Jaren later nog, bij bijvoorbeeld portretsessies, moest het model minuten lang stilzitten. Men had zelfs speciale beugels, om het hoofd op de zelfde plaats te houden. Rond 1900 ontdekte men dat magnesium heel snel en met een heel heldere vlam ontbrande. Daarmee werd het flitslicht geboren. Het magnesium werd met een lont of later ook elektrisch ontstoken. Op oude films (die zie je tegenwoordig ook nog maar zelden op tv) zie je deze vorm van flitsen nog wel eens. Vaak met veel teveel magnesium zodat alles ineens zwart geblakerd wordt. Dat was humor. Zo rond 1930 werd het flitslampje uitgevonden. Het was veel veiliger dan dat brandende magnesiumpoeder. In de flitslamp zat een hele kluwen magnesium draade (zie foto hier onder) en zuurstof.

Als er stroom op de draad kwam verbrandde die onmiddelijk, in een felle flits van enkele miliseconden. Het doorzichtige hulsje was na de flits meestal voor een deel gesmolten. Zo heet werd dat. Een groot nadeel was dat het lampje maar een keer gebruikt kon worden. Er zijn wel uitvindingen geweest waarmee je 4 keer of 10 keer kon flitsen, maar dat waren eigenlijk even zoveel afzonderlijke lampjes.

Eind 70er begin 80er jaren is het flitslampje langzaam aan verdwenen. De elektronenflitser kwam er voor in de plaats. Die was er wel al langer, maar het was in het begin een erg duur apparaat. Ik heb er vroeger ook nog een hele tijd voor moeten sparen. Tegenwoordig heeft iedere camera wel een ingebouwde elektronenflitser. Voor de wat meer eisende fotograaf bestaat nog steeds de losse elektronenflitser.
De foto’s bij dit verhaal zijn allemaal van spullen die ik in mijn verzameling fotografica heb.



En om ook niet te vergeten, volgt hieronder nog een vertaling voor flitslampjes:
Duits: Blitzlempchen
Engels: flashbulb
Frans: Ampoule de flash
Italiaans: lampada flash
Spaans: lempara de destello
Zweeds: fotoblixt
Ik vind de Zweedse wel heel toepasselijk klinken als je het uitspreekt.