Zoals Sjoerd maandag al schreef, waren we afgelopen zondag met een aantal leden van onze fotoclub in Doel. Doel ligt even ten westen van Antwerpen, vlak onder de Hedwigepolder. Die ene polder die wij Nederlanders, volgens afspraak met de Belgen, onder water zouden moeten zetten. Doel is een klein dorpje, wat moet verdwijnen om de haven van Antwerpen te laten uitbreiden. Inmiddels is het een spookdorp waar nog maar enkele tientallen mensen wonen. De rest is weggetrokken. Veel huizen zijn dichtgetimmerd, sommige zijn wel nog open. Soms hangt er een briefje van een bewoner dat je zijn uitrit vrij moet laten omdat in dat ene huis nog wel iemand woont. Maar als je op zondagochtend vroeg komt dan is het er uitgestorven. in de loop van de ochtend werd het drukker. Ik zag op een gegeven moment een touringcar nog net wegrijden. Toen wij het dorp verlieten reed een motorclub van zeker vijftig motoren het dorp in. Het is een toeristische attractie geworden. Een frietkot ontbreekt, maar er is nog wel een café open, waar je een lekker Belgisch biertje kunt drinken. We hebben er onze ogen uitgekeken, zoveel mooie graffiti overal op de muren. Het dorp is een kunstwerk op zich geworden. Ik heb dan ook veel foto’s gemaakt. Ik vond het mooi om een deel ervan om te zetten in zwart-wit.
Op een gevel trof ik een gedicht aan wat me erg raakte. Het is geschreven door Dirk de Boeck. Alleen iemand heeft zijn naam weer overschilderd, zodat deze niet meer te zien is. Maar even zoeken met de tekst in Google leverde toch zijn naam op.