Een discussie die vaak en ook al heel lang gevoerd wordt, is of je nu wel of niet je digitale foto’s mag nabewerken. Ik schrijf met opzet “mag”, want ik ken mensen die nabewerken door een fotograaf als absolute doodzonde beschouwen. Ik behoor, zoals je waarschijnlijk al vermoedt, tot de tegenpartij van hen. Natuurlijk maak ook ik mijn foto’s met het doel om ze meteen uit te camera te kunnen publiceren. Ik heb vroeger altijd met diafilm gefotografeerd en daarmee is het eindresultaat al klaar op het moment dat je afgedrukt hebt. Met normale “fotofilmpjes” is dat tegenwoordig wel anders. Met tegenwoordig bedoel ik dan zeker de laatste 20 e 25 jaar. In de ontwikkelcentrale wordt ieder negatief door een computergestuurde afdrukmachine bekeken en wordt de afdruk eventueel een beetje aangepast zodat zelfs een onderbelicht of een beetje overbelicht negatief een alleszins acceptabele foto oplevert. De centrale manipuleert dus al een beetje. Zover ga ik met mijn foto’s ook. Daarnaast zet ik horizonnen recht en haal ongewenste elementen weg. En dat werd vroeger door de fotograaf in zijn donkere kamer ook gedaan. Als je een beetje van donkerekamertechniekene weet, dan weet je, dat het de normaalste zaak van de wereld was, om bepaalde resultaten te krijgen: je het soort papier aanpast, luchten tegenhoudt, donkere delen langer belicht, enz. En ook vroeger, voor dat er iemand ooit van Photoshop gehoord had, kreeg je al hele mooie blauwe luchten en intensere kleuren door een polarisatiefilter te gebruiken. Met andere filters zoals van “Cokin” kreeg je resultaten die tegenwoordig er in gephotoshopt worden. De computer heeft de donkere kamer vervangen en fotobewerking voor het grote publiek mogelijk gemaakt.
Aanleiding voor dit geschrijf is een bericht in “de limburger” en de Volkskrant: “De werkelijkheid van een foto” waarin bericht wordt over een persfotograaf die in ongenade is gevallen omdat hij een extra hert op een foto heeft gemanipuleerd. Een erg interessant artikel overigens, waar nog meer voorbeelden van manipulatie worden aangehaald. Het oudste voorbeeld van manipulatie, kwam ik tegen op de site “Photo Tampering Throughout History“e waar ze een foto laten zien van rond 1860, zo’n 150 jaar geleden dus, waar het hoofd van President Lincoln op iemand anders lijf werd gezet. Het zal toen vast niet de eerste keer zijn geweest dat iemand een foto een beetje heeft aangepast.
Een van de mooiste voorbeelden van fotomanipulatie vind ik de onderstaande foto. Ik vond hem op de site van urbanlegends.about.com. De foto was zelfs ooit bij “Geo” genomineerd als foto van het jaar. Een groot schandaal was het, toen uitkwam, dat de helicopter voor de brug in San Francisco vliegt en de haai ergens bij Zuid-Afrika woont. Maar hoe dan ook, heel knap gedaan.
Wat je er ook van vind, ik hoop dat niveau toch ook nog ooit te bereiken. Mijn enige wapenfeit tot nu, is het plaatsen van de Eiffeltoren in Berlijn. Maar ik leer iedere dag nog bij.
Hoe ver mag je gaan, waar ligt de grens, wie bepaalt deze grens? Veel fotografen zijn ware kunstenaars. Illusies door kunstenaars gecreeerd, zijn eigenlijk algemeen aanvaard, ook die van de roddelpers. De roddelpers leeft van illusie. Alleen de fotojournalist mag kennelijk alleen maar kiekjes maken en moet er verder van afblijven. De wereld zal in ieder geval nooit meer zijn wat hij geweest is.